Blog
“Als huishoudelijk ondersteuner dacht ik wel eens: dit kan ik toch ook?”
“Dat ik via Woonzorg Flevoland de opleiding tot verzorgende kan volgen, heeft me heel veel opgeleverd.” Edith volgde ooit een opleiding tot verpleegkundige, maar stopte daar destijds mee vanwege een druk privéleven. Na jaren als gastouder te hebben gewerkt, was ze toe aan iets anders. Ze ging als huishoudelijk ondersteuner bij Woonzorg Flevoland werken. Maar na drie jaar begon het te kriebelen: ze wilde meer betekenen in de zorg. Ze besloot de opleiding tot verzorgende te volgen.
“Ik vind het fijn om klaar te staan voor de medemens, en hen hulp te bieden. Ik heb altijd al verpleegkundige willen zijn, de ‘zuster’. Ik was al even gestopt als gastouder. Ik was toe aan iets anders. De zorg trok me weer aan en ik twijfelde om weer te gaan leren. En toen zag ik de advertentie voor huishoudelijk ondersteuner in de krant. Daar heb ik op gereageerd, waarop ik werd aangenomen. Ik werd met open armen door Woonzorg Flevoland ontvangen.”
“Ik wilde meer betekenen”
Een band opbouwen
“Tijdens mijn werk als huishoudelijk ondersteuner, hielp ik ook mensen. Maar ik kwam in situaties terecht, waarbij ik dacht: ‘dit zou ik toch ook kunnen?’. Bijvoorbeeld wanneer ik bij een cliënt was, en diegene zat te wachten tot er iemand kwam om de ogen te druppelen. Er was ook een cliënt, die niemand binnen wilde hebben. Toen ik bij deze mevrouw kwam voor de huishoudelijke ondersteuning weigerde ze me binnen te laten. ‘Je hoeft niet te komen’, zei ze. Maar ik hield vol. Uiteindelijk liet ze me wel binnen en mocht ik haar helpen. We bouwden een band op, en toen ze verhuisde vond ik dat jammer. Dat gevoel liet me niet los. Ik zag dat deze vrouw meer hulp nodig had, en ik wilde meer betekenen voor dit soort mensen.”
Ik wilde verder
“Mijn manager had me bij het eerste sollicitatiegesprek al verteld dat er mogelijkheden waren om een opleiding te volgen en door te groeien. Ik was de eerste jaren tevreden met mijn werk als huishoudelijk ondersteuner. Maar na drie jaar begon het te kriebelen. Ik wilde verder, terug de zorg in. Mijn manager gaf me de kans om een opleiding te volgen, en ik dacht: waarom niet, nu ik de kans krijg? Ik vond het wel moeilijk om de cliënten ‘achter te laten’. Want ik vond het werk van huishoudelijk ondersteuner heel leuk. Ik kwam vaak bij eenzame mensen thuis, waar ik de enige was die kwam. Maar ik wilde ook verder.”
“Ik ga elke dag met plezier naar het werk”
Hier doe ik het voor
“Ik volg nu de opleiding tot verzorgende, waarbij ik een dag naar school ga en drie dagen werk. Ik word ingezet als helpende, waarbij ik cliënten help bij het wassen en aankleden, en help bij de verzorging. Elke dag ga ik met plezier naar het werk. Het is fijn om iemand te helpen die daar behoefte aan heeft. Een van de cliënten was laatst heel verdrietig. Ik vroeg aan haar: ‘Wat wil je op dit moment? Wil je naar de dagbesteding, of wil je iets anders?’ Ze wist het niet. Ik heb haar meegenomen naar buiten. We liepen samen door het park, en ze zei dat ze dat al jaren niet meer gedaan had. Ze zat altijd alleen op haar kamer en ging niet naar activiteiten. Haar man was pas overleden, en ze zat naar zijn foto’s te kijken. Eenmaal buiten genoten we van het lekkere weer, het was zonnig. Ik dacht: ‘Hier doe ik het voor.’”
Positief veranderd
“Het werk als huishoudelijk ondersteuner en mijn werk in de zorg hebben ervoor gezorgd dat ik positief veranderd ben. Ik ben meer onder de mensen. En dat heeft ervoor gezorgd dat ik opener ben in mijn contact met anderen. Van nature ben ik stilletjes en praat ik niet veel. Toen ik net in de zorg werkte, was ik stil en observeerde ik voornamelijk. Maar nu neem ik deel aan gesprekken. En als er wat is, praat ik. De samenwerking met collega’s is ook heel fijn. Tegen iedereen die erover denkt om te beginnen als huishoudelijk ondersteuner als opstap naar de zorg zou ik zeggen: ga ervoor. Je leert veel en je komt onder de mensen. Het is dankbaar werk en het zal je goed doen.”