Linda werkt als verpleegkundige bij het PG-team, het thuiszorgteam voor mensen met dementie. Naast de dagelijkse verzorging, wondzorg en voorzien in medicatie, heeft zij extra taken, zoals het bijhouden van zorgdossiers en is ze aandachtsfunctionaris voor huiselijk geweld en ouderenmishandeling. “Ik vind m’n werk geweldig. Het is afwisselend en de extra taken geven me uitdaging en verdieping. Ik geniet elke dag. Zeker als ik zie dat een cliënt tevreden en blij is, en het resultaat heeft wat ik doe. Dat uit zich in een wond die geneest bijvoorbeeld, maar ook een glimlach.”
“Na mijn studie verpleegkunde ging ik aan het werk bij het Leger des Heils, waar ik zorgcoördinator was. Ik heb daar dertien jaar gewerkt en heb destijds ook de opleiding HBO Management gevolgd. Maar gaan werken als zorgmanager was aan mij niet besteed: ik miste de uitvoering; aan het bed staan en het contact met cliënten. Mijn functie als zorgcoördinator verviel, en na een half jaar in een verzorgingstehuis werken, heb ik bij de thuiszorg van Woonzorg Flevoland in Lelystad gesolliciteerd, omdat werken in de thuiszorg meer bij me past dan bij een locatie. Werken in de ouderenzorg vind ik geweldig. Sommige mensen denken dat het saai is, maar dat is niet zo. Er is genoeg te beleven. Voor ons team geldt ook dat er meer begeleiding nodig is om de zorg uit te voeren, vanwege de uitdagingen die dementie kan veroorzaken in gedrag. Andere cliënten lopen misschien gewoon mee naar de douche, wij moeten sommigen ervan overtuigen dat het prettig is om te douchen. Ons werk draait dus niet alleen om de dagelijkse verzorging, maar ook een deel begeleiding daarbij. Soms moet je eerst het vertrouwen van iemand winnen. Als de basis is gelegd, bouw je verder aan dat vertrouwen. Bij het plannen van onze route wordt daar rekening mee gehouden; wij krijgen de tijd. Ik ervaar dan ook geen werkdruk.”
“Het verhaal achter de mens vind ik interessant”
“Oudere mensen zijn puur en vaak heel eerlijk, soms zeggen ze gewoon: ‘Ben je dikker geworden?’. Heerlijk, dat soort opmerkingen. Ik houd daarvan. De mensen hebben hun hele leven achter zich en achter iedere deur zit een geweldig verhaal. Hoewel er natuurlijk ook droevige verhalen zijn, is het heel mooi om te zien hoe het leven dat iemand geleid heeft, diegene gemaakt heeft tot wie hij of zij is. Veel mensen hebben heel wat achter de rug en een hoop te vertellen. Het verhaal achter de mens vind ik interessant: wat heeft iemand meegemaakt? Dat verhaal komt extra tot uiting, omdat ik bij iemand thuis ben. En omdat ik bij iemand in zijn eigen domein ben, pas ík me aan. De cliënt past zich niet aan mij aan. Ik denk altijd vanuit de cliënt: wat is iemand gewend? Bij een Marokkaans gezin wordt het bijvoorbeeld gewaardeerd als ik bij de deur mijn schoenen uitdoe, sloffen aantrek en thee met hen drink. En zo is elk bezoek weer anders, en elke dag weer anders.”
“Mijn dienst start ’s ochtends om kwart over zeven vanuit het teamkantoor van de wijkverpleging. Daar lees ik de rapportages en haal ik de cilindersleutel en de telefoon waar de alarmeringen op binnen komen op. Daarna ga ik van cliënt naar cliënt. Ik trek steunkousen aan, help iemand met douchen of verzorg een wond. Ik heb mijn eigen cliënten, en ken iedereen dus goed. Tijdens mijn route werk ik zelfstandig, maar als ik even iets wil overleggen, kan ik altijd contact opnemen met een collega. Bellen met artsen of medicijnaanvragen bij de apotheek doe ik nadat ik de route heb afgelegd, in samenwerking met de wijkverpleegkundige. Ondanks dat ik alleen werk, doen we het wel met zijn allen, met het hele team. Als er iemand ziek is, vangen we elkaars diensten op bijvoorbeeld. We hebben een goed team, met de juiste mensen op de juiste plek. En we hebben dijken van planners. Zij zijn ook heel belangrijk, omdat ze rekening houden met de wensen en behoeften van een cliënt, zoals wanneer iemand graag opstaat.”
“Iemands vertrouwen winnen is heel belangrijk”
“Iemands vertrouwen winnen is in mijn werk heel belangrijk. Regelmatig zijn mensen bang dat ik de regie over hun leven over kom nemen. Sommigen zijn bang dat ze hun huis uit moeten, gedachten die veroorzaakt worden door de dementie. Ik drink dan ook vaak eerst een kopje koffie met cliënten en neem een afwachtende houding aan. Tijdens een gesprek stel ik ze gerust en benoem hun angsten en gevoelens: dat helpt. Na verloop van tijd raakt een cliënt vertrouwd met mij en de rest van het team. Het is dus belangrijk om me niet op te dringen of betuttelend over te komen. Ik snap ook dat het moeilijk voor hen is: je komt in hun huis, en zij moeten een deel van hun privacy inleveren. In het begin is het voor cliënten vaak lastig om zich open te stellen voor de zorg. Om ervoor te zorgen dat iemand bijvoorbeeld toch gaat douchen terwijl hier weerstand voor is, zet ik eerst de deur op een kier en kom ik niet binnen. Daarnaast houden we voor de verpleging thuis zo lang mogelijk de oude structuur aan in de eigen woonomgeving.”
“Door onze hulp kan iemand langer thuis wonen”
“Ons werk zorgt ervoor dat mensen zo lang mogelijk thuis, in hun eigen omgeving, kunnen blijven wonen. Bij één van mijn cliënten komt heel duidelijk naar voren hoe onmisbaar wij zijn op dat vlak. Deze meneer is 82 jaar oud en is van Groningen naar Lelystad verhuisd om in de buurt van zijn familie te wonen. Hij heeft Alzheimer en in zo’n mate dat hij eigenlijk in een woonzorgcentrum zou moeten wonen, maar door hem thuis te ontzorgen, kan hij thuis blijven wonen. We leggen bijvoorbeeld briefjes neer waarop staat dat hij zijn alarm om moet doen en zijn sleutels mee moet nemen als hij naar de dagbesteding gaat. Hierdoor kan hij redelijk functioneren en we hebben hem zien opbloeien. Van de zorg moest hij overigens eerst niets weten, maar nu kijkt hij uit naar onze komst. Hij zegt wel eens tegen me: ‘Het is heel naar. Mijn hoofd is een vergiet. Als je weg bent, ben ik je vergeten.’ Maar als ik kom, weet hij wie ik ben. Hij is een echte boer uit Groningen, en ik ben Amsterdamse. Als hij iets typisch Gronings zegt, moeten we heel erg lachen als ik hem niet begrijp. Mijn Amsterdamse uitspraken vindt hij geweldig.”
“Een van de mooiste ervaringen van mijn werk tot nu toe is ook de heftigste. Samen met het team hebben we een mevrouw verzorgd die terminaal was. We hebben haar begeleid vanaf de diagnose tot aan het aansluiten van de morfinepomp, en haar zelfs geholpen met het regelen van haar uitvaart. Zij had geen kinderen of partner, en samen met een buurvrouw en vriendinnen hebben we haar tot het eind thuis verzorgd. Ze wilde niet naar een hospice. ‘Ik wil bij mijn meiden blijven’, zei ze dan. Het is een situatie met uitgebreide thuiszorg, die je niet vaak ziet. Het was heel emotioneel en als ik nu langs haar huis rijd, krijg ik nog een brok in mijn keel. Een uitzonderlijke situatie, maar heel mooi om te doen. We hebben er alles aan gedaan om het haar zo aangenaam mogelijk te maken, en daar was ze enorm dankbaar voor.”
“De waardering die ik krijg is heel waardevol”
“Ik word regelmatig bedankt voor de zorg die ik geef. Laatst ontving ik een review op de website van Zorgkaart Nederland, omdat de zorg stopte. Het was een heel mooi geschreven stuk en dat voelde heel fijn. De waardering die ik terugkrijg van cliënten en mantelzorgers is heel waardevol. Ik vind het prettig om dienstbaar te zijn, en het is extra mooi als mensen daarop reageren. Zelfs mensen die al wat zwaarder dement zijn, uiten hun waardering: toen ik onlangs een dag vrij was, had een cliënt, bij wie ik normaal gesproken drie dagen per week kom, zijn dochter gebeld. Hij had gezegd: de zorg is weg, en ik wil geen nieuwe zorg meer. Waarop zijn dochter mij belde en vroeg of het echt waar was dat ik weg was.”
“Als ik weer moest kiezen, zou ik hetzelfde werk doen en werken in de zorg. De zorg zit in me. Ik ben gewend om te zorgen, en ik vind het heel erg leuk. Ik ben nog nooit een dag chagrijnig naar mijn werk gegaan. Natuurlijk heb ik ook wel eens een mindere dag, maar dan neem ik een grote hap lucht en denk: ‘Kom op Linda, rustig’. Als ik laat zien dat ik er voor iemand ben, dan voelt diegene dat aan. En dat helpt in de omgang. De dagen waarop ik een probleem kan aanpakken of iets moet regelen vind ik erg leuk. Bijvoorbeeld wanneer iemand een wond heeft, en ik in overleg met een wondverpleegkundige een plan van aanpak voor de genezing maak. Technische handelingen en uitdagingen horen ook bij de ouderenzorg. Het is niet alleen een ‘luier’ verschonen of iemand wassen. Daarbij moet je ook oog hebben voor de mens achter de medische vraag, en dat biedt veel uitdaging. De extra taken naast mijn werk als verpleegkundige geven me extra uitdaging en verdieping. Als aandachtfunctionaris voor huiselijk geweld en ouderenmishandeling kunnen collega’s bij mij terecht met een vermoeden van geweld of een casus. Ik kijk vervolgens wat we kunnen doen. Bij een sterk vermoeden volgen we een daarvoor opgesteld stappenplan.”
“Bij Woonzorg Flevoland kun je jezelf verder ontwikkelen”
“Woonzorg Flevoland is een moderne organisatie, die niet hiërarchisch in elkaar zit. Of ik nou met een manager of directeur praat: iedereen is laagdrempelig benaderbaar. En organisatorisch is alles goed geregeld: je wordt goed op de hoogte gehouden en krijgt nieuwe informatie snel. Woonzorg Flevoland biedt me daarnaast mogelijkheden om mezelf te ontwikkelen. Er zijn veel aandachtsgebieden voor medewerkers waarin je je kunt ontplooien, als je dat wilt. Ik mag taken oppakken en doen wat ik leuk vind. Omdat ik veel nieuwe dingen mocht leren en oppakken ben ik een stuk zelfverzekerder geworden sinds ik hier werk. Het heeft ervoor gezorgd dat ik heel lekker in mijn vel zit.”
Op de foto: Linda met meneer Leonora (81), cliënt uit het PG-team.